Gezin

Gezinnen in Nederland. Zo zit het!

Gezinnen in Nederland

In Nederland wonen de meeste mensen in een gezin. En gezinnen zijn er in alle soorten en maten. Tijd om eens uit te zoeken hoe dat in Nederland zit. Welke soorten gezinnen zijn er? Hoe is dat in de loop van de jaren veranderd? En hoe verwachten we dat het in de toekomst is? En hoeveel kinderen wonen er gemiddeld in een gezin? We onderzochten voor je hoe het zit. 

Wat is een gezin?

Om te beginnen moeten we natuurlijk weten wat precies verstaan wordt onder een gezin. Daarvoor nemen we de definitie voor gezin die de rijksoverheid hanteert sinds 1996: “Elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen (VWS, 1996)”. 

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) omschrijft gezinnen als ‘huishoudens waar volwassenen met kinderen samenwonen, waarmee ze een ouder-kind relatie hebben.’ 

De samenstelling van gezinnen is veranderd de laatste decennia. Dit komt door  sociaaleconomische ontwikkelingen (hoe we werken en de economie), veranderingen in rolverdeling tussen man en vrouw, en culturele verschuivingen. Toch is de meest voorkomende gezinsvorm in Nederland nog altijd het tweeoudergezin. En de meeste van deze gezinnen hebben twee kinderen. 

Er zijn echter veel verschillende gezinsvormen en daar gaan we hieronder op in.

Welke gezinsvormen zijn er?

Waar tientallen jaren geleden een gezin meestal bestond uit een vader, moeder met een of meer kinderen, zijn er nu veel meer variaties. Dit zijn momenteel de meest voorkomende gezinssamenstellingen in Nederland:

  • Tweeoudergezin: een tweeoudergezin is een gezin dat bestaat uit twee ouders en één of meerdere kinderen. 
  • Samengesteld gezin: dit gezin bestaat uit twee volwassenen die al kinderen hebben uit een eerdere relatie en samen een nieuw gezin vormen.
  • Eenoudergezin: zoals de naam al zegt, is een eenoudergezin een gezin met een ouder die voor de zorg en opvoeding van het kind of de kinderen zorgt.
  • Grootouder gezin: in deze gezinsstructuur hebben de grootouders de primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kleinkinderen.
  • Uitgebreid gezin: een uitgebreid gezin bestaat vaak uit het kerngezin en andere familieleden. In deze gezinsstructuur wonen meerdere generaties onder hetzelfde dak, bijvoorbeeld: grootouders, ouders, kinderen, ooms/tantes en neven/nichten.
  • Homoseksueel gezin: deze gezinsstructuur bestaat uit ouders van hetzelfde geslacht die allebei zorgen voor de opvoeding van de kinderen. De kinderen kunnen biologisch zijn, maar ook geadopteerd of komen uit een eerdere relatie van een van de partners.
  • Eenpersoonsgezin: een eenpersoonsgezin bestaat uit maar één persoon, zonder aanwezige ouders of andere familieleden. Ook wel een alleenwonende genoemd. 

Hoe zagen gezinnen er vroeger uit?

Vroeger werd iets heel anders verstaan onder ‘gezin’ en dat zal ook in de toekomst weer veranderen. Wist je dat het vroeger heel normaal was dat het gezin veel uitgebreider was? Er waren meer kinderen, maar ook grootouders woonden vaak in hetzelfde huis. Net als broers en of zussen die niet getrouwd waren.  

Vrouwen hadden over het algemeen de taak om voor het huishouden, de opvoeding van de kinderen en soms ook de grootouders te zorgen. Van mannen werd geacht dat ze buitenshuis werkten om zo het gezin te onderhouden. Deze traditionele rolverdeling was de standaard. 

Gezinnen waren over het algemeen groter dan vandaag de dag. Veel ouders hadden meer dan zes kinderen. Dit kwam onder andere door hoge sterftecijfers onder baby’s en kinderen, weinig of geen anticonceptiemethoden en de behoefte aan meer arbeidskrachten.  

De industriële revolutie (vanaf ongeveer 1760) bracht echter grote veranderingen teweeg in gezinsstructuren en arbeidspatronen. Fabrieksarbeid trok mannen weg van huis, terwijl vrouwen en kinderen vaak werden ingeschakeld als goedkopere arbeidskrachten. Deze verschuiving leidde uiteindelijk tot de opkomst van het kerngezin als de dominante gezinsvorm, waarin het aantal kinderen per gezin afnam en de nadruk meer kwam te liggen op individuele gezinnen in plaats van uitgebreide families onder één dak.

Hoe zien gezinnen er nu uit in Nederland? 

In Nederland is 77% van de gezinnen een tweeoudergezin. De meeste van deze gezinnen bestaan uit twee ouders en twee kinderen. Bij 60% van de gezinnen in Nederland zijn de ouders gehuwd.  Zowel gehuwde als ongehuwde paren hebben in veel gevallen twee kinderen. Onder de getrouwde stellen is dat 44% en bij de ongehuwde paren 45%. Bij de eenoudergezinnen (23% van het totaal in Nederland) heeft het grootste gedeelte van de ouders (61%) één kind. (Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek).

Het tweeoudergezin is dus nog steeds de meest veelvoorkomende gezinsvorm in Nederland. Samengestelde gezinnen, homoseksuele gezinnen en eenoudergezinnen komen echter steeds vaker voor. Daarmee wordt het idee van wat een ‘normaal’ gezin is, uitgebreid en dat zie je dus terug in de verschillende gezinsvormen. Hieronder lees je hoe het komt dat het beeld langzaam verandert. 

Waarom is het beeld over gezinnen veranderd?

Hoe we tegenwoordig aankijken tegen een gezin is veranderd is nog aan het veranderen. Zoals je hierboven al las, zijn er steeds meer gezinsvormen en dat komt door verschillende factoren. Daar gaan we hier dieper op in. 

Sociaaleconomische ontwikkelingen: 

De manier waarop we werken en de economie is drastisch veranderd. Door globalisatie, technologische vooruitgang en de groei van de dienstensector zijn gezinnen anders gaan functioneren. Meer ouders zijn nu actief op de arbeidsmarkt. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is dat vrouwen meer zijn gaan werken. Vrouwen met kinderen werkten vroeger niet of bijna niet. Nu is dat heel normaal. Ongeveer 77,1% van de vrouwen in Nederland heeft een betaalde baan. Ter vergelijking: bij mannen is dat 86,8 (2021, bron CBS). 

Dat zorgt er dus voor dat het evenwicht tussen werk en gezin uitdagender wordt. Dit heeft door de jaren heen geleid tot meer flexibele werktijden en nieuwe manieren waarop gezinnen hun leven organiseren om werk en gezin beter te kunnen combineren.

Veranderingen in rollen van man en vrouw: 

Vroeger deden mannen vooral het werk buitenshuis en vrouwen zorgden voor het huishouden en de kinderen. Maar nu verandert dat langzaam steeds meer. Vrouwen zijn dus door de jaren heen meer gaan werken. Aan de andere kant helpen mannen meer mee in het huishouden en zorgen ze vaker voor de kinderen in vergelijking met vroeger. Dit heeft invloed op hoe gezinnen samenleven. Ze worden gelijkwaardiger en partners helpen elkaar in de basis meer dan vroeger.

Culturele verschuivingen: 

Mensen denken nu anders over relaties, huwelijk en hoe gezinnen eruit moeten zien. Ze accepteren meer verschillende soorten relaties, zoals homoseksuele stellen en gezinnen waarbij ouders kinderen hebben uit eerdere relaties. Traditionele ideeën over het 'perfecte' gezin, met alleen vader, moeder en kinderen, zijn minder belangrijk geworden. De stap om, al dan niet uit noodzaak, te kiezen voor een andere gezinsvorm lijkt dan ook kleiner te worden.

Hoeveel kinderen wonen er in een gezin?

Gemiddeld heeft een vrouw in Nederland 1,49 kind. In 1950 was dat nog 3,1 kind per vrouw in Nederland. Dat geeft dus al aan dat het aantal kinderen dat een vrouw baart afneemt. Deze trend is al jaren gaande. In 2021 was er even een kleine opleving. Toen steeg tegen de trend in het vruchtbaarheidscijfer weer. Aangenomen wordt dat dit door corona en de bijbehorende maatregelen kwam. Mensen zaten thuis en het leek een perfect moment om aan kinderen te beginnen. 

Toekomst van gezinnen

Hoe ziet de toekomst van gezinnen in Nederland er uit? Uiteraard kunnen we dat niet tot in detail voorspellen. Toch zijn er wel wat trends zichtbaar. We zien bijvoorbeeld dat er meer gezinsvormen bijkomen. De verwachting is dat dat in de toekomst ook het geval is. Dat we dus nog meer verschillende soorten gezinsvormen krijgen. Een andere aanname is dat door technologische ontwikkelingen nóg meer werk vanuit huis gedaan kan gaan worden. Dit leidt er wellicht toe dat ouders kiezen voor meer kinderen. 

Daarnaast zegt de trend dat het aantal kinderen dat geboren wordt nog steeds afneemt. Afgaande op de trend zou dat in de toekomst ook zo zijn. Maar wie weet wat ons te wachten staat, waardoor we opeens tóch massaal meer of juist minder kinderen willen. We zagen tijdens de coronaperiode dat de trend tijdelijk doorbroken werd. Het kán dus wel. 

Wat vaststaat is in elk geval dat het een fascinerende gedachte is om te bedenken hoe de gezinnen er in pakweg 2080 uitzien. Tot die tijd doen we het met de statistieken van nu!